Schr?amkes, net als vroeger

ENTER - Enterse slachtvisite laat bezoekers veel oude herinneringen ophalen.

Voor de Enterse slager Gerard Lammertink is de jaarlijkse slachtvisite in z'n woonplaats ??n van de hoogtepunten van het jaar. De slager kan dan aan het volk tonen hoe het slachten van een varken in z'n werk gaat. "Ik slacht alle vlees zelf", zegt hij tussen de werkzaamheden door. "Het wordt inderdaad steeds meer een ambacht. Er zijn nog maar 150 slagers die nog kunnen slachten." Hij betreurt die ontwikkeling. "Vlees eten is ook een vorm van beleving. Vroeger slachtte je het varken dat je zelf zo goed mogelijk had vetgemest. Dat vlees smaakte in je beleving altijd lekkerder dan gewoon vlees, omdat je je best er voor hebt gedaan. Tegenwoordig denken mensen er niet bij na dat het vlees dat ze eten afkomstig is van een dood dier." De jaarlijkse slachtvisite bij het klompen- en zompenmuseum en het Oonderschoer aan de Hogebrink trok weer veel vooral oudere bezoekers. E?n van hen is Henk Freriksen die, na een groot aantal jaren elders gewoond te hebben, weer is neergestreken in zijn geboorteplaats Enter. De slachtvisite doet hem herinneringen ophalen aan vroeger. "We waren met negen kinderen en thuis slachtten we elk jaar twee varkens", vertelt hij. "Dat wat ik nu zie herken ik dan ook direct." De Enternaar doet zich te goed aan schr?amkes op roggebrood. "Dit was echt restvlees dat we thuis opbakten en op brood deden. Heerlijk", zegt hij. Voor Gerard Lammertink zijn dit soort activiteiten buiten de slagerij steeds gewoner. "Als slager die nog zelf slacht word je steeds meer een zeldzaamheid. Straks staan wij de echte slagers naast de klompenmakers, kantklossers en de stoelenmattenmakers op de braderie?n in de dorpen."

bron: Twentsche Courant Tubantia, 12-11-2008

Terug...