Fabriekswerk uit liefde voor turnen

ENTER - De ??n maakt sleutels in een fabriek, de ander werkt in een borstelbedrijf. De ??n woont in Enter, de ander in Nijverdal. Daarmee houden de verschillen tussen Bert Hop (27) en Edwin Hartgens (31) wel op. "Nou, Edwin is ook wat behoudender dan ik", weet Hop. Beiden hebben ??n gelijke passie: turnen. De Twentse vrienden -'al van jongs af'- turnden vroeger zelf en runnen sinds anderhalf jaar een turnhal in Enter, die ze eigenhandig opgebouwd hebben. "Dit was een oude ijzerfabriek", vertelt Hop als hij zijn zaal laat zien. "Twintig maanden lang hebben we dag en nacht gewerkt aan deze hal. Ik heb bijvoorbeeld de kleedkamers in mijn eentje gebouwd." Hop en Hartgens zijn twee voortrekkers in de turnwereld. Ze runnen een unieke turnschool, want in tegenstelling tot de reguliere centra betreft het een commerci?le school. "Wij zijn de enige in Nederland met deze constructie. Dit heeft de toekomst." Turnschool Enter richt zich op de prestatiekant van de sport, maar leidt slechts op tot een bepaald niveau. "Op een gegeven moment kunnen wij het niet meer aan, er is dan meer begeleiding nodig. In Oldenzaal bij TON hebben ze een bezetting van ??n begeleider op drie turnsters. Wij hebben 130 meisjes en zijn met zijn zessen." Als startende ondernemers hebben ze het niet makkelijk. De turnwereld is nou bepaald geen big business en de gemaakte kosten zijn nog lang niet terugverdiend. Hartgens: "Ik werk elke werkdag nog tot ??n uur 's middags in de fabriek, waar ik sleutels maak. Bert maakt borstels in een fabriek. Daarnaast zijn we zo'n zeventig uur in de week in de turnhal. We moesten wel laagdrempelig werk kiezen, zodat we daar niet te veel verplichtingen hadden." Het vooroordeel dat bestaat van turnopleiders, keiharde coaches, geldt volgens de twee niet meer. De tijd dat coaches de benen van jonge meisjes net zo lang doorbogen tot ze een bepaalde oefening w?l konden is voorbij, volgens Hop. "In landen als Roemeni? waren vroeger turnpraktijken die het daglicht niet konden verdragen. Maar ook dat wordt minder. Kijk, wij zijn ook wel hard, bikkelhard zelfs. Als een meisje van zeven het niveau niet aankan, geven wij het advies te stoppen. Maar dat hoort bij een topsportklimaat. Hoewel het belangrijkste blijft dat de meisjes er lol in hebben." Voor turncriticasters die zeggen dat die sportwereld nog steeds niet menselijk is, valt ook begrip op te brengen. Bij Turnschool Enter traint een aantal meisjes van zeven jaar, dat is voor alle duidelijkheid groep 3, achttien uur in de week. Ook wordt er gelet op voeding en op buitenschoolse activiteiten. Hop: "Je kunt het ook van de positieve kant bekijken. Wij voeden ook op. Je hoort reacties van ouders en leraren dat ze het kind zien veranderen. Zo leren wij ze plannen, geconcentreerd werken en omgaan met tegenslagen. Dat zijn goede lessen." Toch blijft het iets vreemds houden, piepjonge meisjes die zich dagelijks suf trainen om heel misschien ooit een turncarri?re op te bouwen. Aan de andere kant: hoeveel jongens van negen voetballen wel niet drie uur per dag? Hop: "In de jeugdopleiding van FC Twente en Heracles gaat het niet anders. Dit hoort nu eenmaal bij topsport. En je moet niet vergeten dat meisjes op hun achttiende op hun best zijn, een lange turncarri?re hebben ze niet. Wij willen het maximale uit zo'n meisje halen, daaruit halen wij onze voldoening. Want hoewel we nu een bedrijf zijn en er heel veel meer bij komt kijken, doen we uiteindelijk alles uit liefde voor de turnsport."

bron: Twentsche Courant Tubantia, 7-12-2007

Terug...